Kwaliteit

Volgen van het kind

Door ons leeraanbod en ons handelen af te stemmen op de behoeften van kinderen komen wij tegemoet aan de ‘gevoelige periode’. In deze periode is het kind klaar om de volgende stap in ontwikkeling te zetten. Een dreumes die eindeloos oefent om te gaan staan, een kleuter die fanatiek zijn naam probeert te schrijven of een 7-jarige die vragen stelt over de ruimte. Juist deze ontwikkeling wordt bij Waalcampus gestimuleerd. Dit wordt ontwikkelingsgericht werken genoemd. Leren lezen begint bij ons dus niet de eerste dag in Waal 3, maar op het moment dat een kind hieraan toe is. De teamleden van Waalcampus zijn erin gespecialiseerd om deze fases te herkennen en deze ontwikkeling optimaal te stimuleren door het aanbieden van bijpassend materiaal. Met behulp van het kindvolgsysteem Looqin en een Kindplan beschrijven we de ontwikkeling van een kind.

Ook hebben wij een filmopname gemaakt: "Volgen van de ontwikkeling van het kind". 
Open hier de opname!

Betrokkenheid en Welbevinden

Betrokkenheid en welbevinden zijn belangrijke uitgangspunten voor de ontwikkeling van een kind. Een kind dat een hoge betrokkenheid laat zien en een hoge mate van welbevinden heeft, is in ontwikkeling. 

Om de betrokkenheid van het kind goed in beeld te krijgen, gebruiken we de Leuvense betrokkenheidsschaal. Dit zijn voor ons belangrijke signalen van betrokkenheid: concentratie, energie, creativiteit, houding, nauwkeurigheid, volhouden en genieten.
Onze observaties gericht op welbevinden en betrokkenheid bespreken we met de kinderen en met de teamleden van de Waal. Wat we signaleren noteren we in ons volgmodel Looqin. Zien we een hoge betrokkenheid dan laten we het kind doorgaan in wat het doet. Dat noemen we de “kunst van het loslaten”.
We geven het kind ruimte en bieden ondersteuning waar nodig. Kinderen waarbij we zorgen signaleren op betrokkenheid worden in beeld gebracht. Voor hen bespreken we of het kind iets van ons nodig heeft en wat dat dan is.

 

Toetsen

We willen laten zien dat wat we doen kwaliteit heeft. Toetsen kunnen hiervoor een objectief middel zijn om te kijken of het leerstofaanbod van het kind betekenis heeft gehad. Bij Waalcampus maken we duidelijk verschil tussen de “foto” ofwel het afnamemoment én het proces van de “film” in de vorm van dynamisch toetsen en de groeimap die het ontwikkelproces van de kinderen in beeld brengt. Toetsen doen we adaptief op een moment dat het past binnen de ontwikkeling van een kind. Dit betekent dat we de toets afnemen die past bij het ontwikkelniveau van het kind. 

Een toets nemen we af als: 

  • het kind wil weten waar het staat;
  • de mentor wil weten waar het kind staat;
  • afname van de toets iets toevoegt aan de ontwikkeling van het kind; zodat de ouder of de externe instantie weet welke vaardigheden een kind op een bepaald moment beheerst.

De toetsen die we inzetten zijn gericht op de kernvaardigheden rekenen-wiskunde, begrijpend lezen en spelling. We maken gebruik van de volgtoetsen van Boom LVS.

 

Bij de afname van een toets is er vanuit de teamleden betrokkenheid, dit laten we zien doordat we:

  • een omgeving creëren waarin toetsen normaal is. Het kind maakt de toets binnen de dagelijkse structuur en werkwijze.
  • veiligheid creëren door een toets te onderbreken als we merken dat een kind blokkeert.
  • indien nodig de kinderen vragen laten stellen over het proces van denken en handelen. Als er extra ondersteuning nodig is maken we hier een aantekening van en helpen we een kind.  

 Welke toetsen zetten we in?

Eindtoets:
Doorstroomtoets

Begrijpend lezen:
Boom LVS Begrijpend Lezen

Technisch lezen:
Boom LVS Technisch Lezen
Toetsen VLL
Leesrijpheid- en schrijfrijpheidstoets Ewald Vervaet

Spelling:
Boom LVS Spelling
Instap- en uitstapdictees per niveau 'Taal doen'

Rekenen:
Boom LVS Rekenen-Wiskunde
(Helicopter)checks van Exova Math

 

Resultaat eindtoets

In leerjaar 8 maken de kinderen een eindtoets. Voorafgaande aan de eindtoets krijgt een kind op basis van de ontwikkeling gedurende de 8 jaar basisonderwijs (inzicht-attitude-kennis-vaardigheden) een voorlopig advies.
De score van de eindtoets is voor ons een bevestiging van het gegeven advies.

Om ons te verantwoorden naar de omgeving leggen we het resultaat van de toets naast het landelijk gemiddelde.

 Resultaat eindtoets DIA

2021 2022 2023

 Gemiddelde leerjaar 8

360,7 365,3 356,5

 Landelijk gemiddelde

360 361  361

Voor de adviezen van het voortgezet onderwijs klik hier.

Lerende organisatie

Een lerende organisatie is een organisatie waarin de teamleden niet alleen hun werk doen, maar waarin teamleden ook wendbaar genoeg zijn om om te gaan met een omgeving die verandert. Een organisatie met teamleden die willen leren om zo beter te worden. 

Om het lerend vermogen te realiseren werken we vanuit vijf principes.

1. Het team van Waalcampus bestaat uit lerende mensen

Waalcampus heeft teamleden die zichzelf als lerenden zien. Dat wil zeggen dat ze openstaan voor nieuwe denkwijzen en bestaande gewoonten los durven laten, dat ze durven te experimenteren en fouten durven te maken, en dat ze bereid zijn tot samenwerking met andere teamleden. Het vraagt ook een open cultuur waarin geleerd kan worden én waarin geleerd mag worden.

2. De leidinggevende creëert randvoorwaarden voor leren

De leidinggevende heeft in beeld waar de scholing aan bij moet dragen en zorgt dat het team voldoende leer- en ontwikkelmomenten aangeboden krijgt. De leidinggevende stimuleert om gezamenlijk met het geleerde aan de slag te gaan en om samen concreet te maken wat we precies terug willen zien in Waalcampus. De leidinggevende durft zich lerend op te stellen zodat het samen leren centraal komt te staan.

3. Er is een basisgevoel van veiligheid en vertrouwen 

Veiligheid en vertrouwen is een voorwaarde om te kunnen ontwikkelen. Een open communicatie is hierbij belangrijk. Om dit te stimuleren wordt er gewerkt met beeldcoaching in teamverband. 

4. Er bestaat duidelijkheid rondom de visie en de doelen van Waalcampus

De visie en doelen van Waalcampus zijn helder geformuleerd. Door de visie herhaaldelijk te bespreken en te denken vanuit de visie kunnen teamleden zich verbinden met Waalcampus. De visie is een rode draad die door de organisatie heen loopt. 

5. Er wordt gewerkt vanuit eigen kracht en talent

Bij Waalcampus wordt gestimuleerd om de visie te volgen, verbindingen te leggen binnen de organisatie en de regie te nemen (eigenaarschap) zodat ieder vanuit zijn of haar eigen kracht en talent kan werken. Mensen voelen zich beter als ze iets doen waar ze goed in zijn.

Kwaliteit bewaken

Voor het bewaken en monitoren van een goede, cyclische kwaliteitscultuur is bij Waalcampus gekozen voor de uitgangspunten van Sociaal Ontwerpend Leren. 

In ons jaarplan worden jaarlijks doelen opgesteld voor alle aspecten in de organisatie. Deze doelen vormen de rode draad voor alle teamleden van Waalcampus.  Middels de ontwikkelcirkel van het SOL model doorlopen we met de teamleden steeds het proces door van fase naar fase, waarbij we onszelf kritische vragen stellen om de vervolgstappen voor onze toekomst nader te bepalen. (verkennen, ontwikkelen, realiseren en vieren). Bij elk ontwikkelproces verkennen we onze waarden en de manier waarop we die kunnen nastreven in de organisatie. 

Open hier het jaarplan

Wij hebben een opname gemaakt waarin wij jullie meenemen in de ontwikkeling van de organisatie. 
Nieuwsgierig? Open hier het filmpje!

Tevredenheid en resultaat

Waalcampus hecht veel waarde aan de mening van kinderen, ouders en teamleden. Via een tevredenheidsonderzoek brengen wij jaarlijks beeld hoe iedereen over Waalcampus denkt.

Ook resultaten van kinderen worden in beeld gebracht. Deze resultaten worden meegenomen in de kindontwikkelplannen. Ook worden op alle niveaus binnen Waalcampus (trend)analyses gemaakt naar aanleiding van de toetsresultaten. In leerjaar 8 nemen kinderen deel aan de DIA eindtoets. 

Bij Waalcampus nodigen we graag critical friends uit voor een werkvloerobservatie. Dit zijn professionals, die vanuit een bepaald expertisegebied feedback kunnen geven, kritische vragen stellen en met ons meekijken. Zo hebben we bijvoorbeeld de onderwijsinspectie uitgenodigd om mee te kijken en te beoordelen. We presenteren tijdens een bezoek onze ontwikkelingen en vragen daar kritisch over mee te denken. 

De kinderraad heeft een belangrijke rol in Waalcampus. Ontwikkelingen die effect hebben op het leerproces van kinderen, worden getoetst bij de kinderraad. Ook vertellen zij wat ze lastig vinden, niet goed werkt en welke andere ideeën zij daarover hebben. Zo proberen we de kinderen te betrekken in het ontwikkelproces van Waalcampus.

  

Passend onderwijs

Met ingang van 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden en daarmee de zogenaamde zorgplicht. De zorgplicht geldt formeel voor de onderwijsbesturen. Voorheen moesten ouder(s)/verzorger(s) zelf op zoek naar een passende onderwijsplek voor hun kind, nu ligt deze verantwoordelijkheid bij de onderwijsbesturen. Dit betekent dat Waalcampus ervoor moeten zorgen, dat ieder kind dat onderwijs volgt, of zich bij het onderwijs aanmeldt, een passende onderwijsplek krijgt binnen het samenwerkingsverband. In het Westland is dit het ‘Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland’ (SPOW), www.spow.nl

Over de zorgplicht, specifieke ondersteuningsbehoeften, het aanmelden voor onderwijs en het ondersteuningsprofiel kunt u via deze link meer lezen. 

Zorgnetwerk

Om de kinderen zo goed mogelijk te kunnen begeleiden werken wij samen met professionals uit de omgeving. Meerdere keren per jaar komt een zorgteam samen om in gesprek te gaan over de ontwikkeling van een kind. 

Aan dit zorgteam nemen de volgende professionals deel: de schoolcontactpersoon van het Samenwerkingsverband Westland, het sociaal kernteam SKT, de directie en teamleden van Waalcampus en naar behoefte kan een pedagoog, therapeut, jeugdzorg of maatschappelijk werk aansluiten. Overleg met het zorgteam gebeurt altijd samen met de ouders.

In Nederland heeft iedere school een ondersteuningsprofiel. Ook onze school heeft een zogenoemd SOP. Hierin staat beschreven welke basisondersteuning wij kinderen bieden en welke extra mogelijkheden er zijn voor begeleiding op school, soms in samenwerking met andere partijen. Denk aan extra ondersteuning bij dyslexie, dyscalculie, gedragsproblematiek, meervoudige intelligentie, (hoog)begaafdheid, etc.