Het concept van Waalcampus
Een kindcentrum
Een kindcentrum is een plek waar onderwijs en opvang als een logisch geheel samenwerken vanuit één visie, één team en één plan. Bij Waalcampus worden baby’s, peuters, kleuters en kinderen tot 13 jaar in een doorgaande lijn gevolgd.
Waalcampus heeft een integraal en samenhangend aanbod van onderwijs, opvang en bijvoorbeeld sport of cultuuractiviteiten die aansluiten bij de behoeftes van kinderen. Kinderen kunnen zich hierdoor in de volle breedte ontwikkelen.
Bij Waalcampus kunnen ouders zowel van opvang als onderwijs gebruik maken en ook voor één van beide voorzieningen kiezen. Het voordeel van een integraal kindcentrum is dat het kind de hele dag wordt opgevangen door een vast team van teamleden op één locatie.
De organisatie
Waalcampus heeft vier ‘Walen’. De naam Waal is afgeleid van de naam Waalcampus en betekent ook wel een veilig gebied in een haven. Voor ons “een veilig gebied voor de ontwikkeling van het kind”. In welke Waal het kind zit, is afhankelijk van de leeftijd. Daarbij hanteren we de volgende indeling.
Waal 1: 0-3 jaar
Waal 2: 3-6 jaar
Waal 3: 6-9 jaar
Waal 4: 9-12 jaar
Ieder kind behoort tot een Waal waarin gezamenlijk activiteiten worden gedaan, zoals creatieve vakken, beweging en cultuur. Voor rekenen, lezen, taal en spelling volgt ieder kind een individueel programma, dat voor elk kind op maat is gemaakt en aansluit bij wat het kind al kent en kan. Dit betekent bijvoorbeeld dat het kind alleen díe instructie en begeleiding krijgt die relevant is om een bepaald leerdoel te behalen.
De overgang naar een volgende Waal is flexibel. Vijf keer per jaar wordt gekeken of een kind er aan toe is om door te stromen naar een volgende Waal. Een kind gaat naar een volgende Waal als de leerstof en de sociaal-emotionele ontwikkeling uit de volgende Waal beter bij zijn of haar ontwikkelingsniveau past. Ook is het mogelijk dat een kind op bepaalde onderdelen al in een volgende Waal meedoet en op die manier, eerst gedeeltelijk en tenslotte helemaal, naar een volgende Waal kan. Dit gebeurt na overleg met de ouders. Op die manier geven wij vorm aan het ononderbroken ontwikkelproces van de kinderen.
Inrichting van de ontwikkelomgeving
Bij Waalcampus heeft elke ruimte een eigen doel. Afhankelijk van het doel waar een kind mee aan de slag gaat, neemt het plaats op een eiland: het communicatie-eiland, het rekeneiland, het ontdekeiland, het onbewoonde eiland en een thema eiland.
In de centrale ruimte zijn er "plaatsen":
- De binnenplaats om je binnenste ik te ontwikkelen door middel van spel, beweging, muziek, dans, mindfulness en drama.
- Er is een bouwplaats om waar de kinderen ict, wetenschap en techniek kunnen ontdekken en onderzoeken.
- In de wonderplaats kun je je verwonderen en wordt beeldende kunst aangeboden.
- De ontmoetingsplaats is de plek om samen te werken.
- De kookplaats is een plaats waar teamleden lunchen en waar de kinderen kunnen koken/bakken. De koffie of thee staat er klaar!
- Tussen 11.30 en 12.30 uur is de ontmoetingsplaats een restaurant waar de kinderen hun lunch eten.
Structuur
In Waalcampus vormt structuur een belangrijke basis. Juist in een onderwijsvorm, waarin kinderen veel vrijheid en ruimte krijgen, is een duidelijke structuur nodig. Hiermee wordt duidelijkheid en voorspelbaarheid geboden. De dagritmes bieden bijvoorbeeld veel structuur: alle dagen beginnen en eindigen hetzelfde, namelijk met het aantrekken van je binnenschoenen. Dit doen we om een schakelmoment van de wereld buiten naar de wereld binnen te creëren. Om 9.00 start in elke Waal de muziek. Dit ritueel komt dagelijks terug en zorgt voor rust en verbinding met elkaar zodat we vervolgens de dag kunnen beginnen.
Ontwikkelen met behulp van methodieken en materialen
In Waal 2 kregen nagenoeg alle doelen impliciet aandacht binnen het vrije, begeleide en geleide spel. Thematische activiteiten zijn het middel om nieuwe dingen te leren. In Waal 3 en Waal 4 gebruiken we een aantal specifieke methodieken (een combinatie van input uit verschillende methodes) om in samenhang met elkaar het leren te stimuleren en te ondersteunen. Het leren van vaardigheden en kennis gaan hand in hand en er wordt veel geoefend. Het doel is dat kinderen deze vaardigheden en kennis toepassen om zo nieuwe inzichten te ontwikkelen. De brede persoonsontwikkeling krijgt tijdens deze leerprocessen veel aandacht (hoe pak ik iets aan, hoe kan ik samenwerken, waar kan ik iets opzoeken, hoe leer ik vragen stellen, etc.). Om inzicht te krijgen in de betekenis van een leerdoel maken we veel gebruik van materialen die de leerinhoud betekenisvol maken.
Thematisch aanbod
Met behulp van het concept OA²SE wordt het onderwijsaanbod vormgegeven vanuit een thema. Tijdens elke groeiperiode van 10 weken staat er een nieuw thema centraal. Binnen het thematisch werk komen verschillende kennis- en expressiegebieden in samenhang naar voren. Ruimte (aardrijkskunde), Natuur (biologie, wetenschap & techniek), Tijd (geschiedenis) en Mens & Samenleving (waaronder verkeer) worden vanuit thema aangeboden en vooral ook door de kinderen zelf onderzocht. Daarbij worden vaardigheden als plannen, presenteren, samenwerken, digitale geletterdheid geoefend. Zo komen wereldoriëntatie, taal, Engels, onderzoekend leren en spel in een thema bij elkaar. Ook de expressieve ontwikkeling in dans, drama, kunst en muziek worden binnen het thematisch werken gestimuleerd. De expressieve vorming is een vast onderdeel van het aanbod en wordt aangeboden in de vorm van een reeks workshops.
Creativiteit
Bij kunstzinnige oriëntatie nemen we bij Waalcampus het creatieve proces als uitgangspunt voor de inhoud van het onderwijsaanbod. Dit proces draagt bij aan de ontwikkeling van de creativiteit. De kunstzinnige vakdisciplines zijn beeldende kunst, dans, drama, muziek en cultureel erfgoed.
Binnen een creatief proces doorloopt de kind vier fases: verkennen, onderzoeken, uitvoeren en evalueren. Deze fasen zijn nodig om tot een nieuwe ontdekking of tot een werk te komen. Ze zijn toepasbaar op ieder mogelijk probleem, idee of thema.
Het creatief proces kent meestal een gezamenlijk startmoment. Vervolgens doorlopen kinderen dit proces in een verschillend tempo of op een verschillend niveau, passend bij de ontwikkeling van het kind. Uitgangspunt voor het startmoment van het creatief proces is een thema, idee (van een kind) of opdracht. De vaardigheid reflecteren is onderdeel van iedere fase van het proces en zorgt ervoor dat een kind gestimuleerd wordt om na te denken over de keuzes van zijn werk of de gebruikte materialen en technieken.
Ondersteuning van de teamleden
In iedere Waal werkt een team professionals: leerkrachten, pedagogisch medewerkers en vakspecialisten. De teamleden hebben allemaal dezelfde coachende taak: ze coachen de kinderen in hun leerproces. Ieder kind heeft een mentor waarmee het kind in gesprek gaat over het welzijn, de ontwikkeling en het individuele programma. De mentor is verantwoordelijk voor het volgen en stimuleren van de ontwikkeling van het kind en het contact met de ouder. De begeleiding van de kinderen vindt plaats in samenwerking met alle teamleden van een Waal. Ieder teamlid heeft zijn eigen expertise. Klik hier voor het team.
Twee maal per jaar is er een gesprek met het kind, de ouder en de mentor (KOM gesprek). In die gesprekken wordt er teruggeblikt en vooruitgekeken en gaat het over welbevinden, leerinhoud (wat), leerproces (hoe) en leerresultaat.
Bij Waalcampus werken de teamleden vanuit een democratische stijl met kinderen. Dat wil zeggen dat wij grenzen (regels) stellen en tegelijkertijd oog hebben voor de wensen en behoeften van het kind. Vrijheid in gebondenheid. De teamleden van Waalcampus houden rekening met de ontwikkeling en talenten van elk kind en betrekken de kinderen van jongs af aan zoveel mogelijk bij de situatie. Kinderen worden gesteund en aangemoedigd het zélf te doen.
Kinderen ontwikkelen zich met deze stijl tot sociaal competente mensen met zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel. Het kritisch benaderen van professionele en pedagogische ontwikkelingen en inzichten is hierbij vanzelfsprekend.
